Wetenschappelijk onderzoek helpt Veldzicht verder
Verhalen uit Veldzicht
Het Centrum voor Transculturele Psychiatrie is een unieke kliniek in Nederland. De uiteenlopende doelgroepen met vaak complexe problematiek bieden volop uitdagingen, maar ook kansen. “Zo doen we veel wetenschappelijk onderzoek om onze eigen behandelingen en diagnostisch onderzoek te kunnen verbeteren, maar ook andere partijen hebben hier baat bij”, zegt Ron Haarms, psycholoog én wetenschappelijk onderzoeker van Veldzicht.
Bescheidenheid en nuchterheid past in de regio waar Veldzicht stevig verankerd is, maar de kliniek heeft ook gezonde ambities. “Onze patiënten hebben te maken met soms heftige psychische problematiek en daarnaast speelt ook de multiculturele component een grote rol. Onze patiënten komen van alle hoeken van de wereld. Dat vraagt veel van ons, maar die verantwoordelijkheid pakken we graag op. We willen hét expertisecentrum op het gebied van transculturele psychiatrie worden.”
Hogescholen en universiteiten
Ron Haarms werkt als psycholoog inmiddels vier jaar in de kliniek en hij is zo vastberaden om samen met zijn collega’s het verschil te kunnen maken voor de patiënten, dat hij zich vol enthousiasme op een pittig traject heeft gestort. Haarms volgt het Topklas-traject waarin hij wordt opgeleid tot klinisch-wetenschapper. Dit combineert de specialisten-opleiding voor psychologen met wetenschappelijk promotie-onderzoek. Als alles goed gaat mag Haarms zich na het afronden van dit zesjarig traject klinisch psycholoog noemen en heeft hij tevens zijn PhD-graad behaald. PhD is de internationale term voor Doctor of Philosophy, de hoogste academische graad die je kunt halen.
Binnen Veldzicht is hij samen met de senior wetenschappelijk kwartiermaker en een andere promovenda de stuwende kracht van uiteenlopend wetenschappelijk onderzoek. Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht is een geliefde plek voor studenten van verschillende opleidingen. Onder begeleiding van Haarms en zijn collega’s doen ze onderzoek of maken ze een (afstudeer)scriptie. “We hebben nauw contact met diverse hogescholen en universiteiten, voor hen is Veldzicht een heel interessante plek om stage te lopen en onderzoek te doen. Daarnaast werken we ook samen met het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).”
Situaties nabootsen
Een onderzoek waar Haarms momenteel druk mee in de weer is in de behandeling van patiënten, is het gebruik van virtual reality (VR). “Dit biedt ontzettend veel mogelijkheden”, legt hij uit. “Door het gebruik van een VR-bril kun je een patiënt in allerlei verschillende situaties brengen, terwijl deze gewoon binnen de beveiligde setting van onze kliniek blijft. Dankzij de techniek lijkt het of iemand in de supermarkt is, reist met het openbaar vervoer of bedenk maar een plek. Wij kunnen dan kiezen welke situatie we na willen bootsen en ook virtueel personen met verschillende emoties of afwijkend gedrag toevoegen om te kijken hoe de patiënt hierop reageert. Dat is heel waardevol voor onze diagnostiek en behandeling.”
Een wetenschappelijk onderzoek waar (kwetsbare) patiënten bij betrokken zijn, is niet zomaar geregeld. Haarms: “Elk onderzoek wordt voorgelegd aan en getoetst door een medisch-ethische commissie. Zij kijken of de rechten, veiligheid en het welzijn van de personen die deelnemen aan het onderzoek gewaarborgd zijn. Pas wanneer de medisch-ethische commissie groen licht geeft, mogen we aan de slag. Dat is natuurlijk een heel goede zaak.”
Traumatische ervaringen
Naast onderzoeker is Haarms ook als psycholoog werkzaam in Veldzicht. “Zo geef ik bijvoorbeeld de EMDRtherapie en cognitieve gedragstherapie aan asielzoekers. Zij hebben vaak traumatische ervaringen opgedaan. In hun thuisland, maar ook tijdens de reis die hen uiteindelijk in ons land heeft gebracht. Om dat te kunnen verwerken en een plek te kunnen geven, hebben ze traumatherapie nodig.”
Zijn werk als psycholoog geeft hem veel praktische informatie waar hij als onderzoeker mee aan de slag kan. “Ik kan heel snel zaken signaleren en daarvoor aandacht vragen of zelfs wetenschappelijk onderzoek laten doen. Als een asielzoeker die ik behandel mij niet goed begrijpt of achterdochtig is, wil ik graag weten welke culturele redenen hier eventueel voor zijn. Zodat ik hier rekening mee kan houden.”
Kennisdeling
“Anderzijds kan ik de uitkomsten en aanbevelingen van een onderzoek ook meteen toepassen in de praktijk. Dat geldt niet alleen voor mij, maar ook voor mijn collega’s in Veldzicht en vakgenoten in andere klinieken en organisaties die met asielzoekers, vreemdelingen of tbs’ers werken. Kennisdeling is heel belangrijk. Alle kennis die zorgt voor een betere en efficiëntere behandeling, diagnostiek en welzijn van een patiënt moet je uiteraard delen.”
Dat delen gebeurt bijvoorbeeld op congressen, waar Haarms en zijn collega’s graag geziene gasten zijn. “Zo was Veldzicht dit jaar met vier personen op het voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVVP). Daar hebben we onder andere gesproken over verschillende onderzoeken naar agressie. Welke rol speelt bijvoorbeeld de migratie-achtergrond en het uitdrukkingsvermogen bij eventuele agressie-incidenten. Dit voorjaarscongres is een evenement waar zo’n drieduizend psychiaters op af komen. Die hebben natuurlijk niet allemaal onze presentaties bijgewoond, maar het geeft wel aan dat het ertoe doet waar we in Veldzicht mee bezig zijn. In september zijn we aanwezig bij een congres van de World Association of Cultural Psychiatry in Rotterdam.”
Onderzoek met hulp van slimme camera’s
Een onderzoek dat nu op stapel staat in CTP Veldzicht is het gebruik van artificial intelligence in de isoleer- of separeercellen in Veldzicht. Of in ‘gewoon’ Nederlands: het gebruik maken van slimme camera’s. Ron Haarms: “Het gaat hierbij om patiënten die in de isoleercel verblijven onder cameratoezicht. Dit omdat ze een gevaar zijn voor zichzelf en zich mogelijk willen verwonden. Ze staan daarom onder permanent cameratoezicht zodat collega’s kunnen ingrijpen of waarschuwen wanneer een patiënt afwijkend, ongewenst of gevaarlijk gedrag vertoont."
“Het onderzoek dat we gaan doen, is erop gericht om de accuraatheid van de technologie vast te stellen die via slimme camera’s afwijkend of gevaarlijk gedrag kan herkennen. Stel dat een patiënt met zijn hoofd tegen de muur slaat of zichzelf snijdt met een scherp voorwerp, dan wordt er dankzij de techniek ogenblikkelijk alarm gemaakt, zodat personeel kan ingrijpen. Het ondersteunt personeel dat voor langere periode naar een beeldscherm moet kijken. De slimme camera is dus potentieel een heel mooi hulpmiddel, al blijft natuurlijk altijd de inzet van personen noodzakelijk.”
“Er zijn ook best de nodige uitdagingen. Zo moet de slimme camera bijvoorbeeld onderscheid leren te maken tussen een patiënt die aan het eten is en iemand die zich probeert te verstikken door iets in te slikken. Maar bij mogelijk verdacht gedrag kan er natuurlijk altijd een signaal worden gegeven aan het dienstdoend personeel om even te kijken wat er aan de hand is.”
Dit artikel verscheen ook in het Ommen Hardenberg Magazine dat via enkele verhalen een inkijkje geeft in het reilen en zeilen binnen en buiten de hekken van Veldzicht.
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.