Veldzicht biedt onhandelbare tbs’ers weer perspectief
Verhalen uit Veldzicht
Veldzicht staat inmiddels bekend als Centrum voor Transculturele Psychiatrie met uiteenlopende doelgroepen, veelal patiënten met een migratieachtergrond. Er verblijven daarnaast ook nog steeds tbs’ers. Waaronder tbs’ers van voornamelijk Nederlandse afkomst die vanwege hun problematiek niet te handhaven zijn in reguliere tbs-klinieken.
Tbs intensive care unit, kortweg tbs-icu, zo heet de afdeling officieel. Hier wordt intensieve zorg en begeleiding geboden aan tbs’ers. Verdeeld over drie kleine afdelingen is plek voor zestien patiënten. “Bij ons zitten groepsongeschikte en groepsontwrichtende tbs’ers”, legt sociotherapeut Janita uit. “Ze hebben bijvoorbeeld in een reguliere tbs-kliniek een incident veroorzaakt of kunnen niet in een groep functioneren. Bij ons is alles erop gericht om ze te stabiliseren en in te stellen op de juiste medicatie. Met als doel ze weer terug te laten keren naar een reguliere tbs-afdeling. Dat lukt niet altijd. Doordat de patiënt niet kan of wil veranderen, maar ook door de wachtlijsten binnen de tbs.”
‘Met glimlach naar werk’
Een zware doelgroep dus, maar daar draaien ze in Balkbrug de hand niet voor om. Voordat Veldzicht transformeerde tot Centrum voor Transculturele Psychiatrie was het immers vele decennia lang een tbs-inrichting waar ook toen al regelmatig ‘zware gevallen’ geplaatst werden. Afdelingshoofd Rémon Hemmelder koos, net als de collega’s in zijn team, expliciet voor het werken met deze doelgroep. “Er zijn weleens dagen dat ik denk, waarom werk ik niet gewoon in de supermarkt, maar eigenlijk ga ik elke dag met een glimlach naar mijn werk en weer terug naar huis.”
De menselijke maat is een belangrijke factor bij het werken met tbs’ers. Janita: “Ze zijn patiënt, maar ook mens. Ze zijn dader, maar ook kind, vader of moeder. Door ze als mens te blijven zien, kun je dit soms best moeilijke werk toch goed blijven doen.” Op de drie afdelingen tbs-icu spelen zichtbare en onzichtbare veiligheidsmaatregelen een grote rol. Zo zitten veel deuren op slot, kan een patiënt niet in de teamkamer komen en gelden er diverse protocollen, bijvoorbeeld voor het verstrekken van keukengerei.
Vrouwen in tbs
Op de tbs-icu verblijven zowel mannen als vrouwen. “Op dit moment hebben we zelfs vijf vrouwen”, weet Hemmelder. “Dat is relatief veel. Jaren geleden zaten er eigenlijk alleen maar mannen in de tbs.” De mannen en vrouwen verblijven op dezelfde afdeling. “We maken wel een onderscheid op basis van psychopathologie, oftewel psychische ziektebeelden. Zo hebben we een afdeling voor persoonlijkheidsstoornissen, eentje voor psychisch kwetsbaren en een afdeling voor de meest groepsongeschikten. Dit zijn de patiënten die niet veel kunnen en willen. Door ze apart op een afdeling te zetten, voorkomen we dat ze anderen negatief beïnvloeden.”
“De tbs-icu kun je zien als een afdeling waar patiënten oefenen in het krijgen van kansen en omgaan met verantwoordelijkheden”, zegt Janita. “Pakken ze die kansen of niet? Als sociotherapeuten doen we de hele dag niets anders dan observeren. Hoe zit iemand erbij? Met wie heeft hij contact? Hoe reageert hij op situaties? We letten op de kleinste details.”
Forensische scherpte
Die zogenoemde forensische scherpte neemt het personeel ook mee naar buiten. Janita lachend: “Als ik ergens op bezoek ben kan ik je naderhand zo vertellen welke kleuren de bloempotten hadden. En thuis betrap ik me er soms op dat ik de hoeveelheid bestek in de vaatwasser aan het tellen ben…”
Door hun complexe psychische ziektebeelden zijn de tbs’ers vaak niet makkelijk in de omgang. Rémon Hemmelder: “We spreken als personeel veel over onze patiënten. Er wordt meerdere malen per dag gerapporteerd, zodat iedereen weet hoe het met iemand gaat. Dat is heel belangrijk. Soms kun je aan een patiënt zien dat –ie boos wordt. De ene keer laat je dat gebeuren, dat kan goed zijn voor de behandeling, een andere keer schat je in dat je iemand beter kunt insluiten op zijn kamer. Agressie kan betekenen dat iemand iets niet snapt, maar ook dat –ie iets voor elkaar wil krijgen.”
Onder de huid
Janita vult aan: “Het kan ook gebeuren dat iemand out of the blue ineens door het lint gaat. Daar zijn we natuurlijk op voorbereid en voor getraind, maar in dat soort situaties is het ook fijn dat er altijd collega’s van de beveiliging op onze afdeling aanwezig zijn. Indien nodig wordt een patiënt tijdelijk in een extra beveiligde kamer op de afdeling geplaatst of moet hij of zij naar de isoleercel.”
De onderlinge band tussen collega’s op de tbs-icu is sterk. “Je moet op elkaar kunnen rekenen en elkaar vertrouwen”, benadrukt Janita. “We zien meteen wanneer een collega er niet goed bij zit. Dan praat je daarover. We moeten ervoor zorgen dat een patiënt niet onder je huid gaat zitten. Ze hebben natuurlijk zoveel ervaring, dat ze heel goed weten hoe ze je kunnen raken. Heel belangrijk dus dat je dit soort zaken in alle openheid met elkaar bespreekt. Gelukkig kunnen we heel veel dingen goed relativeren en lossen we veel op met humor. Vergis je niet: ook of misschien wel juist op onze afdeling wordt heel veel gelachen. Met patiënten, maar zeker ook als collega’s onderling. Humor is een heel belangrijk medicijn. Dat medicijn is bij ons op de tbs-icu in ruime mate beschikbaar.”
Afdelingshoofd Rémon Hemmelder is blij met de publiciteit voor ‘zijn’ bijzondere afdeling. “Tbs’ers komen vooral in het nieuws wanneer er incidenten zijn. Maar zoals het woord al zegt: dat zijn incidenten. Er gaat dag in dag uit ook heel veel goed bij de tbs-klinieken. Alleen haalt dat meestal niet het nieuws. Daardoor krijgt de buitenwacht een heel eenzijdig en negatief beeld van de tbs.”
‘Op één afdeling zitten maximaal zes patiënten’
De mannen en vrouwen die op de afdeling tbs-icu verblijven, zitten – omdat ze baat hebben bij een prikkelarme omgeving – een groot deel van de dag op hun kamer. Ze kunnen wel altijd in contact komen met het personeel. “Daarnaast werken we met zogenoemde halfuurtjes”, vertelt sociotherapeut Janita. “De patiënten hebben dan bijvoorbeeld recreatie, wat betekent dat ze op de afdeling dingen kunnen doen. Zoals bellen met het thuisfront of de was doen. Daarnaast volgen ze arbeidstherapie, creatieve therapie of kunnen ze sporten. Maar alles in beperkte mate.”
“Op één afdeling zitten maximaal zes patiënten, die niet allemaal tegelijk van hun kamer mogen. We werken met kleine groepjes om iedereen zoveel mogelijk aandacht te kunnen geven. Wanneer er twee of drie personen zijn uitgesloten, zijn eveneens drie sociotherapeuten aanwezig en twee collega’s van de beveiliging”, legt afdelingshoofd Rémon Hemmelder uit. Mocht het nodig zijn dan kan er via de alarmknop op de pieper – die elke medewerker draagt – snel alarm worden geslagen en komen in een mum van tijd tal van collega’s hulp bieden.
Het naar buiten gaan op de patio van de tbs-icu is het enige moment van de dag dat de maximaal zes patiënten die op dezelfde afdeling verblijven tegelijkertijd van hun kamer zijn. Hemmelder: “Buiten kunnen ze elkaar ontlopen, maar ze kunnen er juist ook voor kiezen om elkaar op te zoeken. Dat is voor ons hele interessante informatie. Hoe gaan ze met elkaar om?”
Dit artikel verscheen ook in het Ommen Hardenberg Magazine dat via enkele verhalen een inkijkje geeft in het reilen en zeilen binnen en buiten de hekken van Veldzicht.
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.