‘We leveren een belangrijke bijdrage aan de vreemdelingenproblematiek’
Verhalen uit Veldzicht
Iemand die veel weet over de wondere wereld van Veldzicht en hier graag over mag vertellen is Jan Reehorst. Hij zwaaide in april af na een dienstverband van ruim veertig jaar. De 66-jarige Reehorst vervulde de afgelopen vier decennia uiteenlopende functies, maakte de bijna sluiting en transitie van de kliniek mee, woont in Balkbrug en hield in de loop der jaren vele lezingen in de regio om zijn toehoorders uitleg te geven over de behandeling van eerst de tbs’ers en later de vreemdelingen met psychiatrische problematiek.
Reehorst toonde zich een ware ambassadeur voor Veldzicht. Al schroomde hij ook niet om intern kritisch te zijn, wanneer dit nodig was. Niet om er zelf beter van te worden, maar altijd met oog voor de belangen van Veldzicht. De instelling die hem aan het hart gaat.
'Ik heb gehoord dat…’
Na een interne opleiding in gevangenisdorp Veenhuizen ging Reehorst in 1978 als gestichtswacht aan de slag in de koepelgevangenis in Breda. Omdat hij beschikte over een boekhouddiploma, belandde hij op de gedetineerdenadministratie in de Brabantse bajes. “Het werken beviel me wel, het wonen in die regio wat minder”, zo blikt Reehorst terug. “Op enig moment werd ik ontboden bij de directeur. Ik heb gehoord dat… Hij bood me vervolgens een baan aan in Avereest als medewerker post en archief.”
‘Avereest’ was destijds een begrip in justitieland. In deze toenmalige gemeente was tbs-kliniek Veldzicht gehuisvest. Reehorst was blij met zijn verhuizing. “Maar iets minder enthousiast over het werk… Ik had al snel in de gaten dat ik sociotherapeutisch medewerker wilde worden. Ik wilde niet alleen verantwoordelijk zijn voor de post, maar echt iets betekenen voor mensen. Je kon toen nog zonder diploma met patiënten aan de slag. Een portie mensenkennis en de nodige levenservaring volstonden. Dat waren andere tijden dan nu. Ik begon op een afdeling met tbs’ers die in de laatste fase van hun behandeling zaten.”
Twee schepjes suiker
Reehorst volgde tijdens zijn werk de gecombineerde opleiding hbo maatschappelijk werk en organisatie, beleid en management in de non-profit sector. “Veertien dagen nadat ik dit diploma op zak had, mocht ik al aan de slag als afdelingshoofd. Op Zuid 4. Je had toen nog geen differentiaties. Op mijn afdeling zaten de meest uiteenlopende tbs-patiënten met verschillende ziektebeelden. Wel heel dynamisch en leerzaam.”
Reehorst was niet het type dat stil zat en al snel diende zich weer een nieuwe klus aan binnen Veldzicht. “Ik werd gevraagd om de afdeling Intensive Care Unit om te vormen van een strafafdeling naar een behandelafdeling.” Hij had inmiddels de nodige kennis en ervaring opgedaan, maar hield ook van een nuchtere kijk op bepaalde zaken. “Het was bijvoorbeeld een goed gebruik dat tbs’ers maximaal twee schepjes suiker in de koffie mochten. Als ik dan doorvroeg, bleek dat dit was omdat de vrees bestond dat er te weinig suiker over zou blijven voor het personeel. Ik heb toen bepaald dat als een patiënt vijf scheppen suiker in de koffie wilde, dit prima was. Maar wel met de boodschap: als de suiker op is, bespreek je wel hoe dit komt. Dán ben je namelijk aan het behandelen.”
Afdeling opschudden
Moest er een afdeling worden opgestart of opgeschud, dan werd al snel naar Jan Reehorst gekeken. Hij gaf leiding aan tal van afdelingen binnen Veldzicht. “Ik was een soort van interne interimmer. Vrijheid, ondernemerschap, risico’s nemen, dat was mij allemaal op het lijf geschreven.” Met een brede grijns: “Best knap eigenlijk dat ik het zo lang heb volgehouden in de ambtenarenwereld.”
Daar waar interimkrachten van buiten vaak alleen de boel op hoeven schudden en – daardoor – wat minder oog hebben voor de belangen van het zittend personeel, had Reehorst juist volop aandacht voor zijn medewerkers. Zijn motto? “Neem je mensen serieus, zorg dat ze hun verantwoordelijkheid nemen en zorg dat ze zich kunnen ontwikkelen. Op die manier krijg je betrokken en professionele medewerkers. Ik was niet het type leidinggevende dat iemand een schop onder zijn kont gaf. Als er iets aan de hand was, wilde ik wel weten wat en ging ik in gesprek. Maar als het moest kon ik ook heel ‘kort voor de kop zijn’ en duidelijke grenzen stellen wanneer dit nodig was.”
'Ook dat is Veldzicht’
De dreigende sluiting in 2016 staat Reehorst nog helder op het netvlies. “Niemand kon goed uitleggen waarom Veldzicht dicht zou moeten. Huilende collega’s. Het dorp stond op zijn kop vanwege het dreigende vertrek van een grote werkgever. Uiteindelijk kwam het plan voor de opvang en behandeling van vreemdelingen op tafel. Dat was onze redding.”
De laatste periode van zijn werkzame leven bracht Reehorst door in Huize Erica, direct naast Veldzicht. Vanuit dit karakteristieke pand gaf hij leiding aan het transcultureel FACT-team. Dit team geeft ambulante zorg aan vreemdelingen met psychiatrische problematiek. Door vroegtijdig op de eigen locatie van de patiënt ondersteuning, begeleiding en behandeling te bieden, moet voorkomen worden dat iemand uiteindelijk in Veldzicht geplaatst moet worden. “De buitenwacht heeft er vaak geen idee van dat we dit ook doen. Ik denk dat we zo’n honderd personen in Noord, Oost en Midden-Nederland zorg bieden. Op die manier leveren we ook buiten de kliniek een belangrijke bijdrage aan vreemdelingenproblematiek. We bieden hulp aan psychiatrische patiënten in azc’s, de illegalenopvang of vreemdelingen die onder een brug leven. Ook dat is Veldzicht.”
Tal van lezingen op scholen en bij verenigingen
Zo’n dertig jaar geleden werd Jan Reehorst gevraagd om een keer een lezing te geven over zijn bijzondere werkplek. Sindsdien heeft hij tal van lezingen en gastlessen geven. Op scholen, voor vrouwenverenigingen, voor ouderen. “Ik ben de tel inmiddels kwijtgeraakt. In het onderwijs vind ik het belangrijk om over Veldzicht te vertellen voor onze naamsbekendheid en om stagiairs of nieuw personeel te trekken. Bij maatschappelijke organisaties vertelde ik graag mijn verhaal omdat mensen er recht op hebben te weten wat er met hun belastingcenten gebeurt.”
Uiteraard gaf Reehorst zijn gehoor een boodschap mee. “Over tbs’ers vertelde ik dat ze een delict hebben gepleegd, een stoornis hebben en hiervoor behandeld worden. Maar ook dat het mensen zijn. Uiteraard mag je het iemand kwalijk nemen wat –ie gedaan heeft, maar je moet ze als mens niet afschrijven. Of iedereen het met me eens was? Nee hoor, ik heb heel wat discussies gevoerd. Geen probleem. Je mag van mening verschillen, zolang je maar respect hebt voor de ander.”
Over de huidige doelgroep: “Het helpt wanneer je op een basisschool uitlegt dat je niet meteen hoeft te schrikken wanneer je in het donker een buitenlandse man tegenkomt die er heel anders uitziet dan jij. Maar het is ook goed om te weten dat onze patiënten vaak veel ellende hebben meegemaakt en dat het van belang is dat er een plek is waar ze behandeld kunnen worden voor hun psychische problemen.”
Dit artikel verscheen ook in het Ommen Hardenberg Magazine dat via enkele verhalen een inkijkje geeft in het reilen en zeilen binnen en buiten de hekken van Veldzicht.
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.